Complexe wet- en regelgeving
Wildopvangcentra en dierenambulances opereren binnen een complex juridisch kader. Ze hebben te maken met uiteenlopende wetten die niet altijd goed op elkaar aansluiten.
In de Omgevingswet (waarin de voormalige Wet natuurbescherming is opgenomen) staat dat het verboden is wilde dieren te vangen, te doden of te verstoren. Ook het vervoeren, meenemen of onder zich hebben van wilde dieren is in principe niet toegestaan. Uitzondering hierop is de hulp aan een wild dier in nood. In zulke gevallen mogen dierenambulances het dier vervoeren naar een erkend wildopvangcentrum.
Deze hulpverlening is wettelijk toegestaan omdat hulpverleners een taak uitvoeren op grond van artikel 2.1 lid 6 van de Wet dieren: de plicht om een ziek of gewond dier de nodige zorg te geven. Dat is iets anders dan de algemene zorgplicht voor dieren uit artikel 1.4 van de Wet dieren, die breder gericht is op het welzijn van dieren in de samenleving.
De zorgplicht in de Omgevingswet richt zich op de bescherming van natuurwaarden, soorten en hun leefomgeving. Deze richt zich dus primair op soortenbescherming, terwijl de Wet dieren juist het individuele dier centraal stelt. Dit spanningsveld – hulp aan individuele dieren binnen wetgeving die vooral soorten wil beschermen – is wat de Raad voor Dierenaangelegenheden een ‘schurende kwestie’ noemt.
Sinds januari 2025 gelden daarnaast vernieuwde regels voor de opvang van wilde dieren. Deze zijn vastgelegd in de aangepaste Beleidsregels Kwaliteit Opvang Diersoorten, waarin onder meer eisen staan voor huisvesting, verzorging en verantwoorde herplaatsing of terugzetting in de natuur. Deze beleidsregels vervangen de oude regels uit 2018 en zijn samen met veldpartijen, waaronder leden van de Spreekbuis, herzien om beter aan te sluiten bij de praktijk van de opvang. Ook het bijbehorende protocol voor opvang van niet-aangewezen en beschermde diersoorten is aangepast.
Tot slot gelden aanvullende regels voor het opvangen en vervoeren van beschermde soorten en (mogelijk) invasieve exoten. Voor dieren die op de CITES-lijst staan of onder Europese exotenverordeningen vallen, zijn specifieke vergunningen en opvangvoorwaarden vereist. Meer hierover is te vinden via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO):
