Door de toegenomen regeldruk die de overheid aan wildopvangcentra oplegt en de breed gedeelde behoefte om het kwaliteitsniveau van wildopvangcentra structureel te verbeteren, is het nodig dat de overheid wildopvangcentra faciliteert om aan de regels te kunnen voldoen.
In Nederland zijn er momenteel ongeveer 63 tot 65 wildopvangcentra actief. Dit aantal is de afgelopen jaren afgenomen; in 2016 waren er nog minstens 78 centra. Deze daling van ongeveer 15% wordt toegeschreven aan verschillende factoren, waaronder financiële problemen en een toename van het aantal op te vangen dieren.
Jaarlijks vangen deze centra gezamenlijk ongeveer 115.000 wilde dieren op. Door de sluiting van meerdere opvangcentra in de afgelopen jaren is de druk op de overgebleven centra toegenomen, wat heeft geleid tot een stijging van het aantal opgevangen dieren per centrum. Deze ontwikkelingen hebben tevens geleid tot een toename van de werkdruk en financiële uitdagingen voor de bestaande wildopvangcentra. Naast het in dienst nemen van minstens één fulltime medewerker per wildopvangcentrum is er sprake van allerlei structurele kosten, zoals een gebouw dat aan alle eisen moet voldoen, hoge dierenartskosten, verzekeringen en hoge energiekosten. Er is een groeiende behoefte aan ondersteuning om de continuïteit van de zorg voor wilde dieren in Nederland te waarborgen. Hiervoor volstaan de huidige financieringsafspraken die wildopvangcentra reeds hebben gemaakt met o.a. gemeenten en fondsen helaas niet. Daarom hebben wij een voorstel gemaakt voor de structurele ondersteuning vanuit de verschillende overheden (Rijk-Provincies-Gemeenten) voor 1 FTE vakbekwame medewerker wildopvang, waarmee kwaliteit gewaarborgd kan blijven.
1. Bruto salaris per maand:
- Instapniveau (starter, weinig ervaring): €2.100 – €2.400
- Gemiddeld ervaren (3-5 jaar ervaring): €2.400 – €2.800
- Ervaren (5+ jaar ervaring of specialist): €2.800 – €3.500
2. Bruto jaarsalaris (exclusief werkgeverslasten):
- Minimaal: ± €25.200
- Gemiddeld: ± €31.200
- Maximaal: ± €42.000
3. Extra kosten om rekening mee te houden:
- Opleidingen en cursussen (bijv. diergeneeskundige bijscholing)
- Werkkleding en beschermingsmiddelen
- Verzekeringen en reiskostenvergoeding
Inclusief werkgeverslasten (zoals sociale premies, pensioenbijdrage en vakantiegeld) kun je rekenen op ongeveer 30-40% extra bovenop het brutosalaris.
Hier is een indicatieve berekening per jaar:
Bruto maandsalaris | Bruto jaarsalaris | Totale kosten incl. werkgeverslasten (30-40%) |
€2.100 | €25.200 | €32.760 – €35.280 |
€2.400 | €28.800 | €37.440 – €40.320 |
€2.800 | €33.600 | €43.680 – €47.040 |
€3.500 | €42.000 | €54.600 – €58.800 |
De totale kosten voor een vakbekwame dierverzorger liggen dus tussen de €32.760 en €58.800 per jaar, afhankelijk van ervaring en arbeidsvoorwaarden. Gemiddeld komt dit neer op € 45.780 per medewerker.
Uitgaande van 65 wildopvangcentra zou dit voor heel Nederland € 2.975.700 betekenen.
Voorstel verdeling Rijk – Provincies – Gemeenten
Uitgaande van 342 gemeenten en 12 provincies die samen met de landelijke overheid de verantwoordelijkheid dragen conform het RDA rapport voor wilde dieren in nood, denken wij aan de volgende verdeelsleutel. Wij baseren de relatief hogere bijdrage vanuit de provincies op het feit dat zij in principe verantwoordelijk zijn voor natuur en het feit dat een aantal gemeenten reeds een bijdrage aan wildopvang leveren. Daarnaast houden wij er rekening mee dat niet in alle provincies wildopvangcentra zijn gevestigd, maar dat er wel in elke provincie wilde dieren in nood naar een wildopvang worden gebracht waar een vergoeding tegenover staat.
Rijk: 30% = € 892.710 per jaar
Provincies: 40% = € 1.190.280 : 12 provincies = € 99.190 per provincie per jaar
Gemeenten*: 30% = 892.710. Uitgaande van 342 gemeenten en verdeelsleutel van grote, middelgrote en kleine gemeenten, komt dit neer op:
Grote gemeenten: 0,5 x 892.710 : 40 gemeenten = € 11.158 per gemeente per jaar
Middelgrote gemeenten (20.000 – 40.000 inwoners): 0,3 x 892.710 : 142 = € 1.886 per gemeente per jaar
Kleine gemeenten: 0,2 x 892.710 : 160 gemeenten = € 1.115 per gemeente per jaar.
*ex gemeentelijke bijdragen voor overige exploitatiekosten