Twintigpuntenplan dierenambulances

 Waarin vinden we elkaar als dierenambulanceorganisaties?

Gebrek aan financiële middelen

Bij dierenambulances gaat het in de meeste gevallen om vrijwilligersorganisaties die niet of slechts gedeeltelijk financiële steun krijgen van de overheid. Er is geen geld om alle vrijwilligers te vervangen met betaalde krachten. Dierenambulances krijgen géén standaard vergoeding van de lokale overheid. Volgens de wet moeten gemeenten alleen de opvang van zwervende gezelschapsdieren 14 dagen voor hun rekening nemen (de zogenaamde bewaarplicht). Het transport van die dieren valt daar formeel helaas buiten (hoe gek dat ook klinkt, want hoe krijg je anders een
gevonden dier van A naar B?). Dat betekent dat elke dierenambulance bij de gemeenten en provincies jaarlijks moet leuren en onderhandelen om een
vergoeding te krijgen. Die varieert bovendien enorm en is te weinig om de kosten van opvang en vervoer te dekken. Eerlijker zou zijn als er een
landelijke richtlijn van  € 2,- per inwoner zou komen.

Te weinig capaciteit

Naast de meer dan 200.000 meldingen van dieren in nood die rechtstreeks bij de dierenambulance-meldkamers terecht komen krijgt ook politie meldpunt 144 jaarlijks meer dan 25.000 meldingen voor dierenambulances.  Van hen wordt door burgers verwacht dat ze snel ter plaatse zijn als er een dier in nood is en dat zo’n dier adequaat geholpen wordt, maar het is een grote uitdaging om dit voor elkaar te krijgen. Deze dierenambulances zijn, naast een beperkt aantal betaalde krachten die de basis van continuïteit vormen, voor een groot deel afhankelijk van vrijwilligers. Bij de huidige tekorten op de arbeidsmarkt is sprake van een personeelstekort mede omdat vrijwilligers vaak oudere mensen of mensen met een beperking zijn die onder de kwetsbare groepen vallen. Hoe kan er worden gezorgd dat het leuk en interessant is om als vrijwilliger bij een dierenambulanceorganisatie te gaan werken? 

Kwaliteitverbetering qua kennis & ervaring

We streven ernaar de kwaliteit van dierenambulancemedewerkers en vrijwilligers op een hoger basisniveau te verbeteren, maar elke organisatie hanteert zijn eigen regels / protocollen etc. Duidelijk moet worden: aan welke onderwerpen is behoefte voor (bij)scholing en hoe kunnen we dat beter organiseren? 

 Te hoge dierenartskosten

Als
gevolg van beperkt beschikbare en erg dure dierenartsenketens waar
dierenhulpverleners terecht kunnen in de avond , nacht en weekenden is er
regelmatig sprake van dierenwelzijnsproblemen. Er zouden landelijke afspraken
moeten komen en een prijsbegrenzing afgesproken moeten worden. Hoe kunnen er
afspraken worden gemaakt met dierenartsen(organisaties) die niet leiden tot
extreme (onnodige) kosten?

 

Onduidelijkheid over transport van exoten

De geldende regelgeving rondom exoten is niet overal bekend en bovendien schuurt het als het gaat om het redden van een dier in nood versus omgang met invasieve exoten. Denk aan schildpadden en nijlganzen. Hoe kunnen de regels rond opvang en transport van exoten worden zodanig worden aangepast c.q. gecommuniceerd, zodat ze niet meer zorgen voor onduidelijkheden voor het redden van (invasieve) exoten?

Welke punten leveren nog onderlinge discussie op?

Gaten in de dekking

Enerzijds vallen er dierenambulances weg doordat zij het financieel of qua mankracht niet redden, maar anderzijds kan iedereen een dierenambulance starten. Dat levert niches en onduidelijkheid op wie voor welke regio verantwoordelijk is. We moeten voorkomen dat dierenambulances elkaar enerzijds in de wielen rijden en anderzijds dieren helemaal niet geholpen kunnen worden. Hoe kan de geografische verdeling van dierenambulances over Nederland beter worden ingericht?

 24/7 bereikbaarheid

Het is een mooi streven om 24 /7 bereikbaar te zijn, want dieren in nood houden zich nu eenmaal niet aan kantoortijden. In de praktijk zien we dat dat echter bij een aantal dierenambulances simpelweg niet haalbaar is. Er wordt dan gebruik gemaakt van een doorschakelsysteem wat niet optimaal werkt. Aan de andere kant moeten we wel realistisch zijn: er is sprake van beperkte capaciteit.

Reactietijd is soms een probleem

Een lokale of regionale dierenambulance kan per definitie sneller ter plaatse zijn en kent de lokale situatie wellicht beter dan een contractpartner van de gemeente. Toch wordt daar lang niet altijd goed op ingespeeld of gebruik van gemaakt en gaat dat door langere rijtijden ten koste van het dierenwelzijn.

Onduidelijk wie wanneer naar de dierenarts gaat en wie daarvoor de rekening betaalt

Als een zwerfdier met spoed naar de dierenarts moet, is er wel eens sprake van onduidelijkheid over de kosten en discussie over de beste behandeling van het dier tussen de dierenambulance en de opvang. Hierover zouden duidelijke afspraken gemaakt moeten worden.

Verschillende keurmerken dierenambulances

Momenteel zijn er verschillende keurmerken in omloop binnen de dierenambulancesector. Er zijn in het verleden wel eens pogingen gedaan om 1 keurmerk voor dierenambulances op de markt te zetten, maar daar is de markt simpelweg te klein voor. Daarnaast is er sprake van  onvoldoende animo als het gaat om meerwaarde van zo’n keurmerk, teveel discussie over welke eisen je dan zou moeten stellen en de kosten om zo’n keurmerk duurzaam op te zetten.

Samenwerking m.b.t. RWS/ Velilg werken op de weg

Tot nu toe is het project ‘Veilig werken op de weg’ voorbehouden aan FDN-leden en Dierenbescherming. Dat is een gemiste kans, omdat DierenLot een groot aantal dierenambulances in Nederland faciliteert. Het zou beter zijn om dit breder te trekken, zodat je een  landelijke dekking met goed
getrainde mensen krijgt.

De ene dierenambulance krijgt wel een vergoeding, de andere niet

Omdat er geen landelijke richtlijn is voor de vergoeding van dierenambulances, komt het regelmatig voor dat dierenambulances zelfs helemaal geen vergoeding krijgen voor hun werk. Dit komt omdat de betreffende gemeente dan een exclusief contract heeft gesloten met 1 partij De andere dierenambulance zou dan weer afspraken moeten maken met de contractpartner en dat loopt helaas niet altijd soepel.

 

Verschillende maatstaven qua dienstverlening

Waar de ene dierenambulance zich beperkt tot de hulpverlening aan gezelschapsdieren, rijdt de ander ook uit voor wilde dieren in nood. Dat leidt tot discussie, omdat de een vindt dat zij alleen een taak doen waarvoor zij betaald worden en de ander simpelweg rijdt voor elk dier in nood, ongeacht een vergoeding.

Wie heeft de regie bij rampen?

Als een ramp uitbreekt, zoals bij de overstromingen in Limburg of de olieramp in de haven van Rotterdam, is sprake van chaos en wordt niet geaccepteerd dat 1 partij de regie pakt. Er is behoefte aan een sturend team dat optreedt bij rampen. Het dierenhulpverleningsconvenant en
handhavingsconvenant moet worden uitgebreid, omdat het netwerk van dierenambulances niet landelijk dekkend is met de huidige benoemde partijen.

Onderlinge communicatie kan beter

Zoveel mensen, zoveel meningen. Omdat er geen uniforme
protocollen zijn, komt regelmatig voor dat dierenambulances zich negatief
uitlaten over de verschillende werkwijzen van elkaar. In plaats van een
vruchtbare dialoog leidt dat soms tot negatieve uitlatingen op bijvoorbeeld de
sociale media.