Omgang exoten

Het is een actueel onderwerp van discussie binnen de politiek: van gemeenten en provincies tot op landelijk niveau wordt er gepraat over de omgang met (invasieve) exoten in de natuur. Want hoewel de wasbeer inmiddels de harten van heel wat Nederlanders heeft veroverd, staat hij wel op een lijst om bestreden te worden. En dat geldt ook voor nijlganzen, roodwangschildpadden, diverse soorten exotische eekhoorns en de rode Amerikaanse rivierkreeften. Enerzijds worstelen de verschillende bestuurslagen met de vraag: hoeveel schade richten ze aan in de natuur en hoe lossen we dit probleem op? Anderzijds hebben dierenambulances en dierenopvangcentra dagelijks te maken met deze dieren als ze gewond zijn geraakt of als jong verweesd gevonden worden. Laat je zo’n dier dan inslapen of voor altijd opsluiten omdat het op een Europese lijst staat om bestreden te worden?

Het dilemma: het Rijk, provincies en gemeenten hebben een opdracht om invasieve exoten te bestrijden en zoeken naar methoden om dit doeltreffend te doen. Het opvangcentrum daarentegen wordt opgezadeld met een probleem van een lidstaat; namelijk het voldoen aan een enorm grote opdracht vanuit de Europese Commissie om een exotenprobleem aan te pakken of op te lossen. Het opvangcentrum voldoet echter aan haar plicht uit de Wet dieren om een hulpbehoevend dier de nodige zorg te verlenen. En de Nederlandse overheid verbiedt dierenhulpverleners vervolgens dit dier weer los te laten of verplicht hen het dier ofwel te doden ofwel op te zadelen met allerlei onhaalbare regels om de dieren voor de rest van hun leven op te sluiten. Het opvangcentrum mag dit vervolgens doen op eigen kosten. En dit probleem wordt alleen maar groter, omdat er steeds meer dieren bij komen en daarnaast de handhaving op het loslaten van deze dieren die voorheen door particulieren werden gehouden onvoldoende of onmogelijk is. Kortom: hoe lossen we dit samen zo goed mogelijk op? De Spreekbuis gaat hierover het gesprek aan met de overheid en kijkt daarbij vooral naar praktische oplossingen die wél haalbaar zijn.