15 puntenplan Wildopvangcentra

1. Structurele financiële ondersteuning wildopvang door overheid voor een deel van de exploitatiekosten
De  bijdragen van de overheid zijn ondanks het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden onzeker en lang niet voldoende om de operationele kosten te dekken. Ook is continuïteit van bijdragen niet zeker, waardoor elke wildopvang moet onderhandelen om een vergoeding te krijgen. Als dat al lukt, varieert die enorm. De Spreekbuis adviseert om concreet invulling te geven aan het advies van de Raad voor Dierenaangelegenheden m.b.v. het kostenmodel dat de Spreekbuis hiervoor aanlevert.

2. Professionele bezetting wildopvangcentra
De wildopvangcentra zijn in te sterke mate afhankelijk van vrijwilligers, waardoor er sprake is van onderbezetting en gevaar voor de continuïteit van de opvang. Er is met name in het voorjaar en de zomer sprake van een structureel vrijwilligerstekort. Vrijwel elke wildopvang wenst dat er meer geld beschikbaar is om vaste kracht(en) aan te nemen, zodat continuïteit van goede zorg gewaarborgd kan worden. 

3. Nieuwe beleidsregels die aansluiten bij de praktijk
Er wordt inmiddels al jaren gewerkt aan verbeterde beleidsregels die beter aansluiten op de praktijk, maar deze zijn door diverse regels nog niet optimaal toepasbaar. De Spreekbuis zal ook in de toekomst zich inzetten voor wet- en regelgeving die ook daadwerkelijk haalbaar zijn qua uitvoering.

4. Kwaliteitsverbetering, samenwerking, kennis & ervaring
De Spreekbuis is een groot voorstander van een centrale kennisdatabase met bijdragen van o.a. alle wildopvangcentra en met een helder overzicht van relevante wet- en regelgeving. Hiermee is Wildopvang.nl al wel bezig, maar zij doet dit geheel op eigen kosten. Een financiële bijdrage hierin zou prettig zijn.

5. CITES-wetgeving met gedoogconstructie
De CITES wetgeving is ingewikkeld en soms moeilijk uitvoerbaar door wildopvangcentra. Als opvang ben je in overtreding als je een CITES-plichtig dier in de opvang krijgt, zonder dat je daarvoor de juiste vergunningen hebt. De Spreekbuis ziet graag een gedoogconstructie totdat de papieren op orde zijn.

6. Regie bij rampen
Voor olierampen in de binnenwateren is er nog geen regisseur. Aangezien er nu nog geen regisseur is voor rampen in de binnenwateren zijn de kosten nagenoeg altijd voor de wildopvangcentra. Mogelijk kan de Stichting Dieren in Rampen i.s.m. SON Respons hier een oplossing voor bieden i.s.m. de landelijke overheid.

7. Onuitvoerbare wet- en regelgeving bij invasieve exoten
De overheid ziet het liefst dat deze categorie dieren in nood voor altijd opgesloten of gedood worden. Dit is strijdig met de doelstelling van de wildopvang om een dier in nood hulp te bieden en is niet uit te leggen aan het publiek en de vrijwilligers. De Spreekbuis pleit dan ook voor een gedoogconstructie voor de opvang en het weer uitzetten van (invasieve)exoten die uit het wild komen, met name voor nijlganzen.

8. Verlengde armconstructie met dierenarts legaliseren
De dierenarts behoort volgens de wet alle medische beslissingen te nemen, maar dit is  onbetaalbaar voor de wildopvangcentra. De Spreekbuis pleit er dan ook voor om de verlengde armconstructie voor een beperkt aantal praktische handelingen i.s.m. de dierenarts te legaliseren.

9. Problemen met dierenartsen: hoge kosten, te weinig kennis en onvoldoende bereikbaarheid
Ook bij de wildopvangcentra is de invloed van de grote ketens onder dierenartsen en de bijbehorende prijsstijgingen voelbaar. Dit levert grote problemen op qua financiering. Bovendien zijn er te weinig dierenartsen met voldoende kennis als het gaat om medische behandeling van in het wild levende dieren. Tot slot leveren de beperkte openingstijden van dierenartspraktijken problemen op. Een gewond dier houdt zich immers niet aan kantooruren. In die zin is de Spreekbuis blij met de in de Tweede Kamer aangenomen moties om de dierenartskosten weer betaalbaar te maken.

10. Onduidelijke verantwoordelijkheid bij hoefdieren
Een knelpunt is de onduidelijkheid over verantwoordelijkheid. Dit speelt met name bij gewonde hoefdieren. Er is regelmatig sprake van discussie over de verantwoordelijkheid voor een gewond hoefdier. Is het aan de dierenambulance om het dier naar een wildopvang te brengen of is het aan de boswachter/jachtopzichter om zo’n dier te doden.

11. Controles door de NVWA en RVO leiden tot onnodig veel stress
Ondanks de toezegging dat de NVWA niet actief op wildopvangcentra controleert, merkt de Spreekbuis dat nog steeds wildopvangcentra bezoek krijgen van de NVWA en RVO waarbij tot op detailniveau alles, inclusief administratie, wordt gecontroleerd. Dit heeft in het verleden tot waarschuwingen en zelfs rechtszaken geleid, terwijl er ook andere manieren zijn om te handhaven en hier iets coulanter meer om te gaan. De houding van de NVWA en RVO leidt tot veel stress en zelfs overspannen medewerkers en vrijwilligers. De Spreekbuis verzoekt met klem dat wildopvangcentra zoveel mogelijk ontzien worden zolang er nog geen sprake is van een werkbare situatie qua wet- en regelgeving.

12. Ontwikkeling opleiding dierverzorger wildopvang
Op een wildopvang komen jaarlijks tussen de 170 tot 180 verschillende diersoorten binnen. Voor het bieden van de juiste zorg is veel vakkennis nodig. De opleiding vakbekwaamheid vogels is niet toegespitst op wilde inheemse dieren. Daarom zou het goed zijn om een basisopleiding voor wildopvangcentra te ontwikkelen. Deze opleiding gaat inhoudelijk dieper dan de basisopleiding voor dierenambulances waarvoor nu een voorstel ligt bij het ministerie van LNV. De vakbekwame dierverzorger speelt bovendien een belangrijke rol bij het herkennen en juist handelen m.b.t. zoönosen. Het is belangrijk dat het werken met door de dierenarts goedgekeurde protocollen de ruimte biedt aan de vakbekwame dierverzorger om medicatie in te zetten en handelingen te verrichten. Om in de praktijk kennis te ontwikkelen en behandelingen te verbeteren is er ook behoefte aan enige ruimte om in overleg met de dierenarts in de praktijk kennis op te doen over de juiste aanpak.

13. Gratis griep- en rabiësvaccinaties 
Huisartsen zijn niet snel bereid om medewerkers en vrijwilligers te vaccineren voor de griepprik, rabiës etc. Het zou fijn zijn als daar landelijk een duidelijk richtlijn en goede voorlichting voor komt. Bovendien moeten vooralsnog de wildopvangcentra zélf de kosten voor deze vaccinaties dragen. De Spreekbuis zou graag zien dat deze vaccinaties vanuit gezondheidsrisico’s gratis door de overheid worden gefaciliteerd.

14. Euthanasiemethoden zijn niet altijd uitvoerbaar
De manier van het doden van de dieren in de wildopvang is weliswaar gevat in het adviesrapport van CenSAS ‘Dodingsmethoden in de wildopvang’, maar dit leidt niet direct tot veel animo bij degenen die dit moeten doen binnen de wildopvang. Het liefst ziet de Spreekbuis dat er nader wordt onderzocht welke alternatieven er mogelijk zijn om dieren zo snel en diervriendelijk mogelijk uit hun lijden te verlossen, zonder dat daar elke keer een dierenarts bij aan te pas moet komen.

15. 24/7 bereikbaarheid niet haalbaar
Veel opvangcentra kunnen geen 24/7 bereikbaarheid garanderen. De meeste hebben wel een nachtopvanghok, waar dieren die geen directe zorg nodig hebben de nacht kunnen doorbrengen. Gelukkig is dit in de nieuwe beleidsregels aangepast.